De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft recent een rapport uitgebracht getiteld ‘De kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie’. In dit rapport betoogt de WRR dat Nederland klimaatbestendiger wordt wanneer de overheid ook inzet op sociale infrastructuur die mensen naar elkaar laat omkijken, hun onderlinge vertrouwen verhoogt, en handelingsperspectief biedt. Nu ligt de focus van het Nederlandse adaptatiebeleid op fysieke beschermingsmaatregelen. “Die zijn essentieel, maar niet voldoende”, aldus de WRR. In dit artikel delen we enkele belangrijke punten uit dit rapport en hoe ze aansluiten bij de visie en het werk van SME.
Wat belangrijk is om duidelijk te maken is dat de impact van een klimaatgebeurtenis, zoals wateroverlast of hittestress, verder rijkt dan schade en slachtoffers; het heeft fysieke én sociale gevolgen. “In het slechtste geval verliezen mensen hun vertrouwen in de overheid en elkaar, raken gemeenschappen onthecht en neemt armoede toe”. Het belangrijkste advies uit dit rapport is om een veerkrachtige maatschappij te creëren door te investeren in sociale infrastructuur, dan pas worden we als maatschappij en land klimaat adaptief. Kortom: duurzaamheid is mensenwerk!
Waarom sociale cohesie als klimaatadaptatiestrategie?
Sociaal kapitaal is de allerbelangrijkste voorspeller van voorspoedig herstel van een klimaatramp, nog meer dan economisch en menselijk kapitaal, en zelfs nog meer dan de omvang van de schade van de klimaatramp, aldus de WRR. Goed verbonden gemeenschappen hebben bijvoorbeeld een grotere organisatiekracht. Daarnaast maakt collectieve actie ze beter in staat om hun gezamenlijke behoeften kenbaar te maken en middelen van de overheid te krijgen. Ook gaat informatie uitwisselen en ondersteuning krijgen op financieel administratief vlak beter. Een gemeenschapsgevoel biedt verder ook een prikkel tot wederopbouw.
“Sociale cohesie vergroot de kans dat slachtoffers voldoende toegang hebben tot hulpmiddelen en andere voorzieningen. Sociale verbindingen vormen voor mensen als het ware een extra laag van bescherming.”
Neem hittestress als voorbeeld. Hittestress is een serieus probleem voor de volksgezondheid en leidt tot oversterfte in de zomer. Maar de impact van hittestress reikt veel verder: mensen die nachtenlang niet goed slapen hebben hier op allerlei fronten last van. Denk aan verslechterde leerprestaties op school of oplopende spanningen in gezinnen. Ook neemt bijvoorbeeld huiselijk geweld toe bij hittegolven. Door klimaatverandering is de verwachting dat deze problematiek de komende decennia veel groter zal worden.
Een kans om én klimaatbestendiger te worden én de sociale infrastructuur in buurten te bevorderen is het samen vergroenen van buurten. Samen met partners Vereniging GDO, de Woonbond en Groene Huisvesters heeft SME de ‘Huurders op Groen’ aanpak ontwikkeld. Dit is een wijkaanpak die verschillende problemen tegelijkertijd tackelt met hulp van het lokale NDE-centrum. Meer planten en minder stenen zorgen ervoor dat regenwater door betere sponswerking wordt opgenomen in de bodem waardoor wateroverlast minder vaak voorkomt en meer groen dempt hitte.
Tegelijkertijd kan het sociale interacties aanmoedigen en meer verbinding met buren creëren, en zorgt het voor meer ontmoetingsplekken in de wijk. Verschillende groepen uit de samenleving die bij elkaar in de buurt wonen maar toch niet snel met elkaar in contact zouden komen, ontmoeten elkaar juist door of bij een NDE-centrum.
Sociaal-economische positie en klimaatgebeurtenissen
“Voor eenzamen of mensen met een zwakke sociaal-economische positie geldt dat hun grip – bijvoorbeeld de mogelijkheden die ze hebben om gevolgbeperkende maatregelen te nemen – geringer is, terwijl hun blootstelling aan sommige soorten klimaatgebeurtenissen juist groter is. Een maatschappelijke aanpak van klimaatadaptatie voorkomt dat kwetsbaarheden worden uitvergroot.”
Tijdens een hittegolf hebben alle mensen hebben het warm, maar sommigen hebben het warmer dan anderen. De WWR noemt als voorbeeld het tropenrooster dat ingezet wordt tijdens periodes van extreme hitte met de bedoeling de belasting van docenten, personeel en leerlingen te verminderen. Voor leerlingen die dan terug moeten naar een klein en druk appartement, waar maar aan één kant ramen zijn en de warme lucht dus moeilijk ontsnapt, is zo’n tropenrooster niet gunstig. Zo kan er dus veel verschil zijn tussen de omstandigheden waarin leerlingen moet studeren om bijvoorbeeld hun eindexamens te halen. Maar denk bijvoorbeeld ook aan veel soorten ziekten die mensen kwetsbaarder maken voor hitte. Dit zijn vaak inwoners met een slechtere sociaal-economische positie en daarmee ook lastiger hun huis kunnen koelen of kunnen aanpassen.
Dit is iets wat wij veel zien terugkomen in ons werk. Een maatregel die wij daarom gebruiken om tot gedragsverandering te sturen én oog heeft voor doelgroepen die het sociaal-economisch zwaarder hebben zijn energiecoaches. Dit zijn vrijwilligers die worden opgeleid om medebewoners en huurders te kunnen voorzien van energieadvies. Coaches bereiken bewoners als gelijke doordat ze in een soortgelijke situatie zitten. Ze snappen de leefwereld en de barrières van bewoners om energie te besparen. Energiebesparingstips worden ingezet voor het beteren van de wereld, maar ook voor het besparen van geld. Naast dat de bewoners er iets aan hebben, bouwen de coaches zelf ook een breder sociaal netwerk en vangnet op en voelen zich meer verbonden met hun eigen gemeente.
Hoe zet je participatie in?
Maatschappelijke veerkracht komt beter tot stand in een samenleving waarin mensen oog hebben voor elkaar, elkaar vertrouwen en beschikken over voldoende ‘doenvermogen’. De WRR maakt duidelijke dat vanuit dat perspectief nog veel te winnen is in het Nederlandse adaptatiebeleid. “Tussen regio’s en gemeenten zit bijvoorbeeld veel verschil in de mate waarin adaptatiebeleid sociale cohesie versterkt en benut. En beleid dat burgers aanzet tot vergroting van hun eigen veerkracht bereikt lang niet iedereen.”
In het werk van SME is het betrekken van de bewoners die tot nu toe beperkt zijn aangehaakt een belangrijk uitgangspunt. Klimaatgebeurtenissen beïnvloeden de leefomgeving en levensstijl van iedereen, maar niet iedereen heeft de mogelijkheid om gelijkwaardig te kunnen meepraten en beslissen. In onze samenwerkingen met gemeenten zetten we in op de participatievorm die het best aansluit bij de opdracht en lokale context.
Passende participatievormen geven gemeenten inzicht in de belangen van bewoners en helpen hun denkkracht te benutten. Bij WijkvanNu werken we samen met bewoners, gemeenten en belanghebbenden aan uitvoerbare plannen om wijken aardgasvrij te maken. We maken het proces inzichtelijk en geven duidelijkheid over waar bewoners wel of niet over kunnen meebeslissen. Omdat elke wijk anders is, zetten we diverse middelen in, van inloopavonden tot huis-aan-huisacties en energiequizzen. Zo betrekken we bewoners actief bij de energietransitie in hun wijk.
Aanpassen gaat om mensen
De WRR heeft twee conclusies getrokken op basis van hun onderzoek:
- Klimaatbestendigheid heeft een fysieke en sociale component, die idealiter elkaar versterken maar niet noodzakelijk in elkaars verlengde liggen
- In een klimaatbestendige samenleving hebben mensen oog voor elkaar, vertrouwen ze elkaar en beschikken ze over voldoende doenvermogen
Nederland staat erom bekend zich te kunnen wapenen tegen hoogwater, maar de dreigingen zijn diverser van aard en voor een deel onbekend. “Die onzekerheid maakt dat klimaatadaptatie niet slechts een kwestie is van de juiste dijk op de juiste plek. Aanpassen gaat ook om mensen.” Gedragsverandering staat daarom centraal bij SME, want een duurzamere wereld creëer je niet alleen door technische oplossingen of fysieke adaptatie maatregelen. Hier heb je mensen voor nodig.
We blijven ons inzetten voor oplossingen die sociaal en duurzaam zijn! Wil je meer weten over ons werk? Neem contact op via onderstaande gegevens!