Burgerparticipatie gaat naar de volgende ontwikkelfase. In 1969 zette Sherry Arnstein het begrip op de kaart met haar ‘participatieladder’; sindsdien is er veel uitgeprobeerd maar blijft het vallen en opstaan. Participatie is nog geen standaard of gewoonte geworden in de samenwerking tussen overheden en burgers.
Het team ‘participatie’ van SME ziet wel veel moois gebeuren. Bijvoorbeeld de publicatie, vorige week, van het NEN Whitepaper ‘Kwaliteit van participatie’. Het opstellen van die handreiking was ingegeven door de aankomende Omgevingswet. De clausules over participatie in de Omgevingswet waren de reactie van de overheid op een steeds meer ‘mondige’ burger, maar geeft daarmee natuurlijk nog meer ruimte en belang aan die mondigheid. De Omgevingswet nodigt de ‘participatie-professionals’ bij gemeenten, stedenbouwers, en adviesbureaus uit om burgers nog meer te betrekken bij veranderingen in de leefomgeving. En burgers voelen het mandaat om zich te laten horen.
Relatie tussen burgers en overheden
Minstens even interessant vinden wij de veranderende relatie tussen burgers en overheden. Neem als voorbeeld een gemeente in Noord-Holland, die een lokale energiecoöperatie inschakelt om ondernemers te ‘ontzorgen’ bij het realiseren van Zon op Grote Daken. Even verderop, op de grens met Utrecht, willen twee energiecoöperaties de lokale energietransitie trekken. Ze dagen hun gemeentes uit voor een intensieve samenwerking.
Zowel de Omgevingswet als de projecten die gemeentes en burgerinitiatieven gezamenlijk aangaan zijn broedplaatsen waar geleerd wordt. Dit vraagt om een beetje moed en zin om nieuwe vaardigheden op te doen. De ‘werkveldkaart’ voor hoger onderwijs door KBF (Kenniscentrum voor Bodemdaling en Funderingen) benoemt ze scherp. Ik noem er een paar:
- Ervaringskennis waarderen.
- Open staan voor nieuwe en andere meningen en ideeën.
- Samen kunnen werken in groepen met verschillende vakgebieden, achtergronden en belangen.
- Flexibele houding naar de uitkomst van planprocessen, geduld hebben.
Vaardigheden zijn belangrijk omdat ze beklijven, en dus de losse projecten overleven. Het betekent dat je in de gelegenheid bent om participatie in te bedden in je werkwijzen. Dan zijn we niet mee alleen bezig om ‘participatieve dingen te doen’, dan zijn we de dingen participatief aan het doen.
Participatiecultuur
Bij SME hebben we het dan over de ‘participatiecultuur’. Daar ondersteunen wij gemeenten bij. Ons werk is erop gericht dat burgers, ambtenaren en ondernemers elkaar makkelijk vinden, zich vertrouwd voelen met processen waarin je samen een visie ontwikkelt, en samen tot besluiten komt. Dat helpt niet alleen de transitie naar een duurzame gemeente, dat helpt ook andere transities (denk aan landbouw, zorg, onderwijs), en maakt ons allemaal tot veerkrachtige, wijze burgers.