header projecten

Het vraagstuk

Hoe effectief en efficiënt gaan de vier gemeenten in het Groene Hart te werk bij de uitvoering van hun duurzaamheidsbeleid? Het doel van de Groene Hart Rekenkamer was niet om gemeenten ergens op ‘af te rekenen’, maar om handvatten te bieden voor verdere sturing.

Onze aanpak

Het onderzoek startte met een bureaustudie om de huidige stand van zaken en de wijze van uitvoering voor Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Waddinxveen en Zuidplas af te leiden. Vervolgens hebben we gesprekken gevoerd met raadsleden, wethouders, ambtenaren partijen uit de samenleving, de Omgevingsdienst, de regionale NME en de RES-projectorganisatie, om een beeld te krijgen van de samenwerking. De bureaustudie en interviews leverden ons veel informatie op over de beleidskaders, de inhoudelijke resultaten en het proces van opstellen tot uitvoering. Aan de hand van een toetsingskader stelden we vast op welke onderdelen het goed ging en waar kansen of juist risico’s lagen.

Het resultaat

Uit het onderzoek bleek dat de vier gemeenten een groot deel van hun aandacht op de energietransitie focussen. Er is intern draagvlak, motivatie, betrokkenheid en samenwerking. Hierdoor is de uitvoering grotendeels effectief en efficiënt. Wel zien we dat er bij het opstellen van de RES sprake is van een spanningsveld tussen de opgave voor het opwekken van energie en de beperking dat er geen windmolens in het Groene Hart geplaatst mogen worden.

Ook viel op dat het thema biodiversiteit langere tijd minder hoog op de agenda stond. Dit thema wint nu meer aandacht door actuele zaken, zoals het stikstofdossier en de massale bijensterfte.

Op het gebied van participatie is in het Groene Hart nog winst te behalen. Een duurzame samenleving kan niet plaatsvinden zonder inzet van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Dit vraagt om een faciliterende, responsieve, maar ook proactieve houding van de gemeente. Dat besef is er wel in de vier gemeenten, maar de uitvoering kan wat steviger.